zaterdag 27 oktober 2018

PronkjewailPad dag 12

Dag  12  13 oktober 2018. 

Van Niekerk naar Winsum

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.


Ik heb gelopen van Groningen, via Warffum en Lauwersoog naar Niekerk, en van Groningen via Delfzijl naar Winsum.
Vandaag loop ik het laatste stuk.

Ik heb vannacht geslapen in Niekerk en na een lekker ontbijt verlaat ik mijn gastadres pas tegen half tien. We raakten nog even aan de praat….
Langs het kerkpad kom ik weer op de route. Door de landerijen ga ik op weg naar Leens. Het is al zo warm dat m'n jas meteen uit kan.
Ik kom langs een Wierdekerkhof, het is er zo stil !


En op het bruggetje maak ik een 360 graden filmpje. Zo zag Ede Staal zijn Hogeland!



De stempelposten die ik zoek, zijn niet in Leens te vinden, pas na het dorp komen ze in beeld.

Bij Doezoo, een dierentuintje waar een groep kinderen staat te trappelen. De dierverzorger neemt ze op ontdekkingstocht mee langs alle dieren. Ze hebben kriebelbeestjes, en nog veel meer zoals reptielen, neusberen, uilen en eekhoorns en tot slot maken de kinderen hoogstpersoonlijk kennis met een slang die in DoeZoo woont!

Al snel daarna kom ik op een mooi bospad terecht, dit blijkt te horen bij Borg Verhildersum, een groot landgoed waar een museum gevestigd is, zowel in de oude als in de nieuwe schuur.


De oude schuur van de museumboerderij is geheel ingericht als een Groninger boerderij in de zomer van 1870. De inrichting vertelt het verhaal over wonen en werken op de boerderij in de tijd vóór de grote landbouwmechanisatie. Een arbeidershuisje is ook op het terrein aanwezig.
Het voorhuis Welgelegen is bewoond en niet open voor publiek.

De Borg ( Een borg is de Groningse variant van een burcht, oftewel een versterkt kasteel) staat als een schitterende diamant middenin het landgoed. Door de eeuwen heen hebben er verschillende families gewoond en heeft de Borg zowel innerlijk als uiterlijk meerdere veranderingen ondergaan. In 1953 zijn de laatste bewoners vertrokken en nu bieden de ingerichte kamers een bijzondere kijk in het leven op een landgoed in de 19e eeuw. De hele zomer is er een programma van exposities, speurtochten en markten.
Er woont een bijzondere populatie vleermuizen op dit terrein, waar kort-geleden een film over is uitgebracht.

Ik neem een lekkere koffie en rust even op het terras. Er zitten 3 andere Pronkjewaillopers, die ik al eerder trof. Zij gaan vandaag in de richting van Zoutkamp.





Via het Ede Staalpad, een weidegang met gedichten, kom ik bij Wehe den Hoorn.






















Een bord aan het begin van het dorp vermeldt dat dit een sportdorp is.

Een paar mannen vragen of ik de weg wel weet. Zij staan aan de bosrand, met een aanhanger vol ‘spooktocht’- bordjes, voor vanavond. Zij zijn de tocht voor 100 man aan het uitzetten. Het verenigingsleven is hier nog volop aanwezig. Ik vertel ze over de Pronkjewailroute en deel een stuk kaas met ze. Dan gaan ze weer verder en ik ook.



Buiten het dorp komen 2 fietsers me tegemoet. Het blijkt mijn wandelmaatje van de eerste dagen te zijn, met haar dochter. Vanwege een vervelende blessure fietst ze nu stukken van het pad. Een leuke spontane ontmoeting, waarbij ik hoor dat ik op tijd in Winsum moet zijn, voor alle lekkere pronkjewailtjes die daar te verkrijgen zijn. Ik ben echter niet van plan me op deze mooie dag te haasten. Ik haal mijn stempels van Wehe den Hoorn op een plek waar ik ze niet meer had verwacht, ik dacht al buiten het dorp te zijn…..maar opeens is daar nog een café en Bed and Breakfast.






Ik loop door naar Eenrum, een dorp met een beschermd dorpsgezicht. Eerst maar de stempel halen bij Abrahams Mosterdmakerij. Hier krijg ik 2 stempels en een zakje mosterd en epsomzout. Als ik dit vanavond op mijn pijnlijke spieren wil smeren, loop ik morgen zonder spierpijn rond wordt me verteld, net als tante Sidonia uit Kuifje. Ik slik het verhaal voor zoete koek en bestel een kom mosterdsoep met dreuge worst. Heerlijk.
En ik maak een rondje door het mosterdmuseum, dat grotendeels gebruikt wordt als werkplaats nu er zoveel vraag is naar handgemaakte mosterd.



Ik steek de straat over en kom bij de kaarsenmakerij. Ook daar een stempel. De volgende stempel kan ik meteen halen bij café Bulthuis, nou ja, stempels, ik krijg er 3, want dit restaurant heeft z'n eigen geschiedenis in stempels te vertellen: 100 jaar geleden hadden we deze stempel enz…..

Galerie het Raadhuis heb ik niet gezien, maar via een mooi pad kom ik bij de Kleine Plantage. Een prachtige vaste plantenkwekerij, die vandaag zijn laatste verkoopdag houdt, het is druk. Helaas kan ik geen planten meenemen, dus ik maak een foto van de blauwe border en loop over het terrein naar de straat erachter.



Een klein stukje terug vind ik Brood & Kado, de bakker en haal daar de laatste stempel van Eenrum.

Een stuk door het bos volgt, een vrouw verzorgt daar haar paard en opeens sta ik voor de Notoaristoen, een arboretum ( bomentuin) met 400 uitheemse bomen en 600 soorten rododendrons. Vast heel bijzonder. Dat ga ik een andere keer bekijken, want het is al rond 2 uur en ik heb nog een flink stuk te lopen en het is dit weekend wel erg warm.

Mijn volgende stop is bij de molen in Mensingeweer. Het stempel ligt in een kastje bij de koren- en pelmolen. Ik zet het stempel op de kaart, rust even uit en eet een boterham.
‘k Zie dat de molen af en toe open is als theeschenkerij met appeltaart. Helaas vandaag niet. Dan bedenk ik me dat deze stempel een ‘dorpsstempel’ moet zijn en die hoort dus op de voorkant van de kaart! Net op tijd ontdekt.  Ik hoop niet dat het als ‘valsspelen’ wordt gezien door de jury, maar ik heb nu dus wel 2x gestempeld, ééntje voor- en één achterop de kaart. Ik maak een praatje met de vrouw die tegenover de molen haar tuin aan het wieden is. Ze vraagt me naar de route. Het is niet zo ver meer naar Winsum, zegt ze. Ik vertel haar dat ik nog een ommetje ga maken langs Schouwerzijl.




Dit ommetje blijkt een lange rechte weg met aan het eind een kruispunt. Heel ongezellig vind ik dat het stempeltje te vinden is in een vogelhuisje. Zelfs geen bankje staat erbij. Gauw maar verder, op deze manier valt er weinig over Schouwerzijl te vertellen.

Een prachtig stuk door een natuurgebied volgt: Het Reitdiepgebied behoort tot de oudste cultuurlandschappen van Europa. De sterk meanderende rivier de Hunze (nu Reitdiep) verbond Groningen met de zee. In het huidig landschap zijn op veel plaatsen de oude rivierbeddingen nog goed zichtbaar, bijvoorbeeld rond het Oude Diepje bij Winsum. De eerste verkavelingen zijn nog zeer goed zichtbaar en niet veel veranderd. De meeste lijnen zijn zo'n 1000 jaar oud en daarmee is die tijd heel tastbaar aanwezig. Veel fietsers en skeelers passeren me.



Het is best nog een aantal kilometers, en met deze temperaturen voelt het als een training in traagheid. Prima, om na 250 kilometer wandelen, uit te komen bij je eigen tempo.

Net voor 5 uur klop ik verhit en bezweet aan bij Kleikracht, een biologische boer in het buurtschap Schilligeham. Hier krijg ik het stempeltje van Winsum en is de voorkant van mijn kaart vol.  Yehhhh, doel behaald! Even m'n waterflesje vullen.....



Dan is het nog 1.5 km naar hotel Marenland. Dit stempel mag achterop de kaart. De hostess vraagt waar hij moet stempelen. Dat mag hij zelf bedenken, wees maar creatief!  Daarop vertelt hij dat de meeste wandelaars netjes in de rij stempelen en hij zelfs een keer een boze mevrouw gehad heeft, omdat hij de stempel omgekeerd zette!

Gelukkig blijven de Groningers steeds vriendelijk. Marenland blijkt een fris bedsteehotel, waar fluisterboten en kano’s te huur zijn gedurende de zomerperiode. Het hele terras zit op deze zaterdagmiddag in oktober vol. Als ik weer eens uit wil……dit is een.mooi plekje om te onthouden.




In Winsum had ik nog een paar stempels kunnen halen als ik voor 5 uur in het dorp was. Helaas zijn de winkels nu al dicht.
Niet erg want ik heb al een lange tocht gemaakt en voldoende stempels verzameld om in te sturen. Als ik ze allemaal had willen halen, had ik deze 2- daagse beter over 3 dagen kunnen verdelen.
Dus zoek ik de auto op en ga naar huis. Het is nog 5 kwartier rijden tegen een lage zon in. Ik heb al mijn concentratie daarbij nodig.

Morgen de kaart afmaken met digitale stempels en opsturen naar de organisatie.




Zij gaan me vast wel uitnodigen voor de slotbijeenkomst in november!

zondag 21 oktober 2018

Pronkjewailpad dag 11




Dag  11  12 oktober 2018. Van Lauwersoog naar Niekerk

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.

Ik heb al gelopen van Groningen via Warffum naar Lauwersoog en van Groningen via Delfzijl naar Winsum.

Vandaag begin ik aan het laatste stuk, een 2 daagse van Lauwersoog naar Winsum. Het Pronkjewailpad noemt dit 3 trajecten, maar ik denk het in 2 dagen te doen. De auto zet ik bij het busstation in Winsum, waarna ik de snelbus neem naar Lauwersoog. Ik stap één halte eerder uit dan haven, er is maar één weg en die heb ik al gelopen.




Lauwersoog is een dorp met ongeveer 140 inwoners. De route gaat niet door het dorp. Het dorp is na 1969 ontstaan, na de indijking van de Lauwerszee tot het Lauwersmeer. Lauwersoog is vooral bekend als vertrekplaats van de veerdienst naar Schiermonnikoog.
Lauwersoog is een belangrijke vissershaven en heeft een eigen visafslag. Een gedeelte van de vissersvloot van Urk heeft als thuishaven Lauwersoog. Ook veel Deense vissers leggen regelmatig aan in Lauwersoog. Het dorp en de haven zijn zeer geliefd bij dagjesmensen, ook vanwege de mogelijkheden om verse vis te eten.
Deze morgen is, net als vorige keer, alles nog dicht qua stempelposten. Ik maak dus een digitale stempel en loop het mooie stuk langs het meer. 



Na de afsluiting van de Lauwerszee ontwikkelde zich in nog geen vijftig jaar een bijzondere wildernis waar duizenden trek- en watervogels graag verblijven, overwinteren of foerageren. Op de bijna ongerepte zeebodem ontstond een bijzondere vegetatie met zeldzame orchideeën en Parnassia. In deze tijd van het jaar zijn die niet meer in bloei, helaas. 
Het Nationaal Park Lauwersmeer is in 2016 uitgeroepen tot Dark Sky Park. 
Een Dark Sky Park is een gebied waar het donker is, waar de duisternis behouden blijft en waar bezoekers 's nachts welkom zijn om die duisternis te beleven en de sterrenhemel te zien. De benoeming voor het Lauwersmeer is bijzonder, omdat Nederland een van de landen is met de meeste lichtvervuiling ter wereld.
Mens en natuur ondervinden hier schade van. Door buitenverlichting wordt de avond en nacht verkort. Mensen lijken duisternis nodig te hebben voor een goede nachtrust. Nachtelijk kunstlicht kan op veel manieren de levenscyclus en het gedrag van dieren beïnvloeden. Bijvoorbeeld vleermuizen gaan door te weinig duisternis minder eten zoeken. 



Na een uurtje kom ik aan bij vogelkijkhut Jaap Deensgat. 8 mannen turen geconcentreerd door hun grote kijkers en hebben geen aandacht voor de vrouw die binnenkomt, ik zie slechts ruggen en hoor gemompel. Ik weersta de verleiding deze mannen te fotograferen. Het gesprek gaat onderling over haviken, baardmannetjes, bontbekplevieren, roodborsttapuit, brandganzen en de Zeearend.

De zeearend (2 stuks in dit gebied), is een imposante, zeer grote roofvogel ('vliegende deur'). Leeft van vis, watervogels en van aas. De zeearend was lange tijd een zeldzame wintergast, maar…. broedt tegenwoordig ook hier.

Buiten de hut hoor ik veel lawaai. De vele ganzen zorgen als ze overvliegen voor een mooi luister- en kijkspel. Luister maar mee:





Eenmaal buiten Lauwersmeer kom ik langs de uitgestorven Willem Lodewijk van Nassaukazerne. De kazerne is eind jaren tachtig gebouwd[1] en biedt plaats aan eenheden uit binnen en buitenland die van de faciliteiten gebruik maken voor oefeningen in het oefen- en schietterrein. Er is, terwijl ik langs de kazerne loop geen enkele activiteit te bespeuren.
Door het land banjer ik op mijn gemak naar Vierhuizen. Deze dag hoef ik niet zo heel veel kilometers. Het waait flink en ik ontmoet een man en vrouw die dagelijks met de ezels over de dijk een wandeling maken. 


In het centrum staat een mand met appels, lekker voor onderweg. Bij de mooie Bed & Breakfast in de Olle Pastorie krijg ik  2 stempels, want de herberg blijkt al in winterrust te zijn. Die kan ik overslaan.



Het volgende dorp is Zoutkamp (in het Gronings: Zoltkamp of Soltkamp;Het dorp telt zo’n 1.215 inwoners. De naam duidt mogelijk op de winning van zout uit het buitendijkse zoutveen. 'Sol' komt daarbij van 'sel' en betekent 'zout'. Een 'kamp' is een omheind stuk land. Deze zoutwinning zou, gestopt zijn door de Tachtigjarige Oorlog. De inwoners hadden vroeger als bijnamen Schelleviskoppen of Vlintboksems.



In de 19e eeuw was er een levendige schelpenvisserij, de schelpen werden verwerkt in kalkovens. In het dorp staat nu een elf meter hoge kalkoven. In de negentiende eeuw had Zoutkamp twee kalkovens. Hier was alleen nog een oude foto van te vinden. Aan de hand daarvan is de nieuwe kalkoven gebouwd, waar exposities te zien zijn.

Daarna leefde men van de garnalenvisserij. Vrouwen en kinderen pelden thuis. Inmiddels mag dat, men zegt uit hygiënisch oogpunt, niet meer en worden alle garnalen in lage lonen landen gepeld. Eerst in Polen en nu in Marokko.
Ik haal een stempel bij het visserijmuseum en mag een kijkje nemen en m’n neus vol teergeur snuiven. Heerlijk!  Het geeft een beeld van het bestaan van de Zoutkampers, en ook van hoe de zondagse kerkcollecte geteld werd. Het is ook mogelijk een tocht te maken met een beurtschip of garnalensloep. http://www.visserijmuseum.com/



Vlakbij vind ik de palingrokerij. Ik verwacht een visschuur waar netten te drogen hangen. Maar ik ben misleid door de naam. Het blijkt een zeer moderne viswinkel, waar ik getrakteerd word op een toastje met warme paling. Het smaakt voortreffelijk. http://palingrokerijpostma.nl/


Tegen de dorst hebben de Zoutkampers ook een middeltje:



Mijn laatste stop vandaag wordt de Theefabriek in Houwerzijl. Moe van het lopen wil ik eerst even zitten. Dat is geen probleem, ik kan terecht op het terras onder de dakplatanen. Half oktober, maar warm genoeg om buiten te zitten. De theekaart heeft meer dan 200 smaken, dus het onthaasten kan beginnen met het lezen van alle lekkers. Ook veel huisgemaakte hartige en zoete hapjes. Van de serveerster mogen mijn schoenen uit en voeten op de stoel tegenover me. Ja dat laat ik me maar één keer zeggen. 



In 1990 is de theefabriek begonnen, na het winnen van een wedstrijd met als hoofdprijs het leegstaande kerkgebouw van Houwerzijl voor het symbolische bedrag van 1 gulden (45 eurocent), het is een unieke combinatie van Nederlands enige theemuseum, een sfeervolle theeschenkerij en een geurige theewinkel en webshop. Uitgegroeid tot een ware thee-attractie waar jaarlijks ongeveer 50.000 bezoekers komen. https://www.theefabriek.nl/ 


Ik bezoek het theewinkeltje, en kan niet laten 4 pakjes thee in mijn hand te wegen en ik besluit ze  morgen de hele dag op mijn rug mee te willen dragen. Dan maak ik ook nog een rondje door het museum. Ik bekijk de film, alle thee wordt hier in de fabriek gemengd, en vergeet de tijd.
Er klinkt lekker harde muziek van Sting, het is al na sluitingstijd te zijn en het personeel is bezig met de schoonmaak. 

Ik vertrek ontspannen aan de laatste kilometers naar mijn vriendenopdefiets- adres. 
Ik dwaal door de straten van Houwerzijl en vind al snel het kerkepad naar Niekerk.


Ik wordt pas na 6 uur verwacht. Als ik aankom wordt ik door 8 flink blaffende herdershonden verwelkomd. Het is nog volop zonnig , dus ga ik op het terras zitten en meldt mijn gastvrouw telefonisch dat ik er ben. Ik krijg een mooie slaapplek in de aanbouw. Er wordt vast goed over me gewaakt vannacht.



dinsdag 9 oktober 2018

PronkjewailPad dag 10




 Dag  10  28 september 2018.


Van Winsum naar Loppersum

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.
Ik heb gelopen van Groningen via Warffum naar Lauwersoog en van Groningen via Delfzijl naar Loppersum.

Vandaag zet ik de auto bij station Loppersum, waar ik de trein neem naar Winsum. Overstappen in het 1100 inwoners tellende dorpje Sauwert: dat ligt aan de spoorlijn Groningen - Delfzijl en aan de spoorlijn Groningen - Roodeschool. Deze lijnen splitsen zich bij het dorp.
Als ik rond 9 uur aankom in Winsum is er nog geen stempelpost open. Vanaf het station ga ik meteen links over een pad met fruitbomen. Het is boomgaard de Appelhof. 


Winsum kent twee hoogstam fruitboomgaarden met in totaal 160 fruitbomen. De fruitboomgaarden zijn voor publiek toegankelijk en ieder mag een privé hoeveelheid plukken tijdens de oogsttijd. Veel bomen hebben een cultuur-historische waarde doordat veel  soorten in stand worden gehouden die niet meer door fruitbedrijven worden gebruikt. Het ruikt er heerlijk naar het rottend fruit op de grond.

Door de weilanden loop ik, nagekeken door koeien, naar Onderdendam. 



Onderdendam ligt op een kruispunt van wegen en kanalen en fungeerde daarom lange tijd als centrumplaats. Het dorp heeft vroeger een rechtbank en gevangenis gehad. Het had notarissen en ook het waterschap Hunsingo was hier gevestigd. De plaats was dus van belang in de regio en had daarom als bijnaam: Lutje n Hoag (Klein den Haag). 
Ik loop langs het water, langs zeer oude huisjes. Ik kan me het jaarlijkse dorpsfeest voorstellen: Scheepsjoag'n, zoals het vroeger ook daadwerkelijk gebeurde door dit dorp. De schepen werden dan door paarden of vrouwkracht voortgetrokken. Een beeld aan het water herinnert hieraan.


Ik kom aan bij het dorpshuis. Hier zitten al een paar pronkjewaillopers hun brood te eten. Het dorpshuis is gesloten, stempel is te vinden bij de kerk. Dus ik ga verder.
In de kerk vind ik 2 stempels, het toilet, en een mooie tentoonstelling over de bouw van de kerk volgens de Amsterdamse school-stijl. Ik herken het meteen, want mijn vroegere dorpsschool was ook volgens die stijl gebouwd. In de kerk van Onderdendam draait het niet meer om God maar om architectuur, er zijn steeds exposities en binnenkort ook een bed& breakfast.
Ik maak een praatje met de beheerder/koster, die me koffie aanbiedt. Dom, ik ben vergeten te vragen naar de kosten en heb niet betaald!


Buiten het dorp kom ik langs een gemaal: Den Deel een Nederlands gemaal gelegen in het Boterdiep tussen Fraamklap en Onderdendam. Het dient om de gevolgen van de bodemdaling door de winning van aardgas te compenseren, waar veel Onderdendammers mee te maken hebben. Het gemaal is bijna geheel in glas gebouwd en geldt als een van de mooiste, moderne gemalen van Nederland.
In het gemaal bevindt zich een vislift. De vis wordt gelokt door een zachte stroom en komt zo in een bak terecht. Op gezette tijden wordt deze omhoog gehesen, waarna de vis verder kan zwemmen.


Bij Fraamklap ligt het stempeltje op een bankje van boerderij de Driestenborg, met een appeltje voor onderweg. De boerderij is in gebruik als dagbestedingsplek van werkpro.


Ik kom door Westerwijtwerd en Middelstum. Hier was ik al eerder, op dag 2. Het is dus even goed opletten, dat ik na de kerk de goede route neem. Dat lukt en bij de bakker wacht ik op de stempel, luisterend naar een klant die in het Gronings haar ziekteverhaal doet, en ontvang een heerlijke granenkoek. 

Ik wandel door naar Huizing, een dorp met 130 inwoners, en houd pauze in de rustige Janskerk, genoemd naar Johannes de Doper. Het is vandaag wat spetterig weer, je wordt er net niet nat van, dus even binnen zitten is fijn. Hierbij een foto waarop te zien is hoe het in 1905 aan toe ging. Nog steeds kent de kerk in Huizinge een levendige gemeenschap van 120 leden!



Langs de route vandaag zie ik veel Groningers bezig met het versieren van hun dorp met vlaggen en schilderijen. Morgen en zondag zal de tocht om de noord plaatsvinden. Een 2 daags wandelevenement, waaruit het pronkjewailpad is ontstaan. Het thema dit jaar is ‘de Ploeg’,naar een kunstenaarscollectief dat in 1918 in de stad Groningen werd opgericht. De leden zijn vooral kunstschilders, maar ook musici en literatoren zijn lid geweest van de Groninger Kunstkring. Onderwerpen die de Ploegschilders uitwerkten, waren portretten die men van elkaar en van vrienden maakte. Daarnaast nam het Groninger landschap een prominente plaats in. Een relatief hoog geplaatste horizon, een door weg of sloot geaccentueerd perspectief en contrasterende kleurvlakken zijn de kenmerkende stijlelementen van de schilderijen uit de hoogtijdagen van De Ploeg. Favoriet was het schilderen in de open lucht. Wandelaars maken dit weekend kennis met deze schilderstroming en worden uitgedaagd zelf foto’s te maken van het landschap, zoals ze het zien op het schilderij.

Het volgende dorp is Westeremden. Hier bezoek ik de Adreaskerk. Er schuin tegenover is het museum van de schilder Henk Helmantel. Hij woont in de oude pastorie (weem). 
De vervallen weem werd tussen 1912 en 1913 gesloopt en gebruikt voor de bouw van een pastorie in de stijl van de Jugendstil. In 1972 sloopte Helmantel dit huis weer om de weem opnieuw op te bouwen in de stijl van het oorspronkelijke krüselwarck (hoog dwars voorhuis met dwars erop de schuur). De weem is sindsdien meerdere keren verbouwd en de 16e-eeuwse ramen werden herplaatst. Helmantel woont, werkt en exposeert sinds de jaren ‘’ 70 in de Weem en heeft deze in 1985 (deels) ingericht als museum. Ik heb koffie gedronken in de tuin en mocht een rondje om het prachtige gebouw maken. De schilder was, zoals iedere dag, geconcentreerd aan het werk. Een plek om nog eens in alle rust terug te komen om alles te bekijken.



Nu moet ik nog door naar Loppersum. 
Langs de theeschenkerij, waar een medewerker mee een ‘afsnijdpad’ over een slootje wijst ( speciaal voor de wandelaars morgen, mag ik er nu ook al gebruik van maken)  en een rustpunt waar ik met losse letters mijn eigen naam stempel. 
Een mooi paadje door de landerijen brengt me uiteindelijk in Loppersum. Ik verheug me op een bezoekje aan het enige zoutwaterbad van Groningen, maar helaas, het is gesloten.Het zwemwater wordt opgepompt uit een bron van 112 meter diep. Dit water is ca 6000 jaar oud en verbinding met de zoutlaag die ter plaatse van de bron op ca 700 meter diepte zit. Deze zoutlaag is 230 miljoen jaar geleden gevormd en is ontstaan door het opdrogen van de Zechsteinzee. Een zee die in die periode van Engeland tot aan Polen strekte. Het zout in het opgepompte water is een samenstelling van diverse soorten zout, waaronder ook magnesiumzout. Dit maakt dat het zoute water specifieke kwaliteiten wordt toegedicht ten aanzien van gezondheid en rustgevendheid.


Dan verder naar de molen. Daar is een mooi rustpunt gemaakt, waar ik een stevig bakje koffie voor mezelf zet. Molendropjes erbij, ha…….wat een lekkere combinatie!
Dan nog op naar het snuffelhoekje voor een stempel en een Groninger worst voor thuis, de Wereldwinkel waar ik een stuk Tony’s Chocolonely mag proeven en tot slot de Brasserie waar ik een zakje wafeltjes meekrijg. Altijd lekker.
Het was een verwennerij vandaag, met alle hapjes onderweg.
Ik zoek de auto bij het station en moet onderweg mijn best doen om wakker te blijven na deze fijne wandeldag.
Het grootste deel van de wandeltocht zit erop. Nu nog de route van Lauwersoog naar Winsum, dat wordt 2 dagen achter elkaar met een overnachting in het Groningerland.


I



zaterdag 6 oktober 2018

PronkjewailPad dag 9

Dag  9 20 september 2018.

Van Delfzijl naar Loppersum


Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.


Ik heb al gelopen van Groningen naar Warffum, van Groningen naar Delfzijl en van Lauwersoog naar Warffum.

De laatste route heeft me flink spierpijn opgeleverd, ik kon de trap nauwelijks op. Dus tijd om iets te veranderen: de dagen dat ik thuis ben, ga ik meer lopen zodat mijn basisconditie op een hoger peil komt.

Vanmorgen stond de wekker op 6.40 (dacht ik). Om 7.10 schrok ik wakker en wist, de trein van 8.43 in Loppersum ga ik niet meer halen. Vlot mijn spullen ingepakt en gegeten en gezorgd dat ik niet te gehaast vertrok. In Loppersum was de trein net vertrokken en ik wachtte op de volgende, over een half uur. Helaas kwam eerst op het bord +5 minuten, toen +10 en tot slot +15 en….rijdt niet verder dan Appingedam.



Dus, terug naar het parkeerterrein en de auto. Op naar Delfzijl, waar ik eerder die morgen al langs was gekomen, maar niet wilde parkeren. Het hele gebied rondom het station is opgebroken. Nu had ik weinig keus en vond een parkeerplaats bij het waterschap.

Een valse start!  Ik zocht de route op en ging eerst naar de Rabobank, die nu open was. De stempel en het pronkjewail was snel gevonden (sokken in de juiste maat), maar of ik ze met die bankreclame erop ga gebruiken is nog even de vraag. Langs de opgebroken stoepen ging ik naar het waterschap Noordpolderzijl. Niemand te zien aan de balie, maar er lag een stempel. Zelf even gestempeld. Buiten kwam ik de baliemedewerkster tegen, die me terug naar binnen vroeg en me een leuke 360 graden video-pronkjewail gaf. Daar heb later een jongen van 11, die op school net les had in water en dijken heel blij mee gemaakt.



Het stationsplein is één grote zandbak en verkeersregelaars proberen wat orde in chaos te brengen. Ik steek over en kom bij het MuZeeaquarium.Het zeeaquarium is gehuisvest in een originele munitiebunker uit de Tweede Wereldoorlog.
Wat valt daar te beleven? De natuurhistorische presentatie laat het ontstaan van de aarde zien: gesteenten, mineralen, de bodemopbouw en fossielen. Bijzonder is de collectie schelpen. Het cultuurhistorische gedeelte gaat over de wierdentijd en de inmiddels verdwenen middeleeuwse dorpen. Dan gaat het verder met de geschiedenis van Delfzijl als vestingstad, de Franse tijd, de Tweede Wereldoorlog, de wederopbouw en de vestiging van grote industrieën.



Na een kort gesprek over de rommel in Delfzijl, die nog lange tijd aan gaat houden, maar vast een mooiere stad oplevert, krijg ik het speldje van Delfzijl. Die kan straks aan mijn rugzak. Ik hoor dat wonen in Delfzijl wel heel geweldig is, de huizenprijzen zijn goed en je hebt hier de mooiste grote tuinen.

Het volgende deel van Delfzijl is inderdaad veel mooier. Ik haal een stempel bij het verzorgingshuis Betingestaete, krijg een vergrootglas en zie veel ouderen in de hal koffiedrinken. Eigenlijk wil ik verder, want ik heb al genoeg oponthoud gehad vanmorgen. Maar, bij de deur keer ik toch om. Ik loop naar een tafel met oudere heren en vraag aan ‘Jannie’ of ik hier ook koffie kan drinken en wat dat kost. ‘Al sla je me dood’ zegt ze en brengt me snel een lekker bakje.



De meeste heren stappen op, maar 1 meneer blijft nog even. Hij blijkt de amateurfilmer van het huis te zijn.  We hebben een leuk gesprek en ik geef hem het youtube kanaal van mijn man, ook een amateurfilmer. Ik vertel hem over het pronkjewailpad en dat ik vandaag 20 km ga lopen. Hij laat me de plaatsnamen waar ik langsga vandaag opnoemen en hij zegt hoe ik ze in Gronings moet uitspreken. Leermens is Leerms enz. “Dan mag je wel niet te lang blijven zitten”, raadt hij me aan. Voor ik wegga schrijf ik mijn blognaam voor hem op. Hij gaat het van de winter allemaal eens rustig lezen belooft hij.
Ik ben inmiddels positief gestemd over Delfzijl, vooral over de bewoners, niets dan lof!



In Biessum zoek ik naar het juiste pad. Gelukkig komt een bewoner net thuis, hij wijst me op een heel smal voetpaadje naast zijn huis, dat is de route. Verder staat niets aangegeven.
De kerk van Uitwierde is een Nederlands-hervormde kerk uit 1839, met een losstaande kerktoren uit omstreeks 1200, de volgende stempelpost. Het hek zit dicht. Ik wurm me door een gat in de heg, zoals al meerdere wandelaars blijkbaar gedaan hebben. Helaas blijkt ook de toren en kerk niet toegankelijk. Dat wordt een digitaal stempeltje.



Rond de middag ben ik in Holwierde.
Het dorp werd zwaar getroffen bij de bevrijding van Delfzijl, zodat het grootste deel van het dorp nu bestaat uit naoorlogse bebouwing. Holwierde telt 980 inwoners  Langs de hoofdweg, naast de kerk is een rustpunt. Ik loop om het gebouw heen op zoek naar koffie. Alles hier ademt pompoenen. De eigenaresse is vorig jaar begonnen met haar eigen bloemenwinkeltje. Als je in de buurt bent: ga zeker eens kijken! Het heet Pumpkin.



We hebben een gesprek over het verzakken van huizen door de gaswinning en de angst die kinderen hebben in het aardbevingsgebied. Ook al groeien ze ermee op, het blijven angstige verhalen.

In de kerk van Krewerd is een bijzonder hoog piepend geluid te horen. Alsof je met een zool over een vloer schraapt. Ik vermoed dat het geluid van het orgel komt, maar krijg er geen antwoord op.
Wel krijg ik een lift aangeboden van een meneer, die zelf een versleten knie heeft en binnenkort voor onderzoek moet. Ik raad hem mijn dokter in België aan, die mij een fijne kunstheup bezorgde 15 jaar geleden en waar ik lange afstanden mee kan wandelen.Krewerd,



Na een korte pauze ga ik verder. Ik loop een lang stuk langs de akkers en zie dat het mais er erg slecht bij staat door de droge zomer. De oogst is in volle gang. Tractoren stuiven over het land en rijden af en aan. Soms heel dicht langs me heen over de smalle boerenpaden. Bij het dorp staan waarschuwingsborden.



Die middag bezoek ik nog een aantal mooie, zeer oude kerken, waar koffie, thee en bouillon en stempels klaar staan voor de wandelaars, heerlijk gastvrij.
Het is een dag met heel veel wind en het is erg warm. Ik doe mooi rustig aan en kom in de loop van de middag aan in Oosterwijtwerd bij visrestaurant 'de School' . Dit is een restaurant opgericht in 2016 en is gevestigd in het oude schoolgebouw van Oosterwijtwerd, Dieftil.  http://visrestaurantdeschool.nl/ Een gast aan de grote tafel luistert naar ons gesprek en ondertussen voorziet de eigenaresse hem van zijn drankje ik krijg als pronkjewail een lekker hapje met huisgerookte zalm. Wat een verrassing, hier kom ik graag nog eens terug!




Nog een lang recht stuk naar het mooie Leermens, waar weer een prachtige kerk is. Veel oude bebouwing is bewaard gebleven, het dorp is in de 20e eeuw aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

Onderweg zie ik heel wat aardbevingsschade.



Ik ga door, want het wordt al laat. Ik neem nog een kort kijkje bij de beeldentuin de Roegte, inderdaad gemaakt uit niets, staat daar nu volop keramiek in de mooie tuin te pronken. Je mag aanbellen als de vlag uithangt.
Nog één dorpje te gaan: Eenum, met weer een prachtig kerkje. Zo worden ze niet meer gemaakt.


Het laatste stuk van vandaag gaat over grasland naar Loppersum, waar ik nog een stempel haal bij Hotel Spoorzicht voor ik de trein pak naar Delfzijl. Ik rek even op het station in de hoop spierpijn te voorkomen. Het was weer een mooi wandeldagje, maar wel een ommelandse reis. Op naar Delfzijl om de auto te zoeken.


maandag 1 oktober 2018

PronkjewailPad dag 8


Dag 8  16 september 2018.

Van Wierhuizen naar Warffum

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.

Na eerst in 3 dagen het stuk van Groningen naar Warffum te hebben gelopen, daarna in 3 dagen van Groningen naar Delfzijl. Nu loop ik in 2 dagen van Lauwersoog naar Warffum.
Als ik ’s morgens wakker word op mijn gastadres van ‘vrienden op de fiets’ hoor ik geplons in de tuin. Mijn gastvrouw van 84 neemt ’s morgens altijd een duik in een koud bad.
Na een heerlijk ontbijt met versgeperst appelsap, nooit eerder geproefd maar heerlijk!, vertrek ik even voor 9 uur. 



Na een paar honderd meter ben ik al bij mijn eerste stempelpost. Hier zijn al 3 vroege pronkjewaillopers aan de koffie. Zij gaan de andere kant op. Ik kan ze van tips voorzien over het laatste stuk: zorg voor voldoende water in de fles!




Ik ga door naar Pieterburen. De app geeft geen stempelposten aan. Als ik het dorp rond gelopen ben opeens wel. Het blijkt dat als stempelposten nog gesloten zijn, ze niet in beeld verschijnen. Handiger zou zijn ze wel in beeld te laten komen en rood te laten zolang ze gesloten zijn om ze daarna op groen te zetten. Ik maak nog een extra rondje door dit mooie dorp, waar alle Pieterpadlopers starten of eindigen. 




Nu zijn het zeehondencentrum, Domies toen en de Petruskerk open. Sinds juli 2017 vormt die kerk met 12 andere kerken en synagogen het Grootste Museum van Nederland. Hierin doen ook de Groninger kerken van Krewerd, Middelstum en Midwolde mee. Het is een initiatief van Museum Catharijneconvent in Utrecht en in Groningen de Stichting Oude Groninger Kerken. Voor meer informatie: www.grootstemuseum.nl.
In de Petruskerk hangen tussen de ramen vijf rouwborden. Na overlijden van een lid van de ‘heersende familie’ is het gebruikelijk om een rouwbord bij de borg en later ook in de kerk op te hangen. Deze dienen ter nagedachtenis, maar etaleren vooral de afkomst en betekenis voor dorp en vaderland van de overledene, door een uitgebreide opsomming van hoedanigheden en functies en indrukwekkende reeksen wapenschildjes.



Buiten het dorp maak ik een 360 graden filmpje. Rondom alleen maar land en weidsheid, zo prachtig stil op deze zondagmorgen. Dit bezong Ede Staal zo mooi in zijn liederen!








Ik kom aan in Saaxumhuizen. Ver buiten het dorp vind ik daar de bloemenboerderij. Ik  word naar een palendoolhof gestuurd, de bedoeling is daaruit te ontsnappen voor ik mijn stempel ontvang. Ik smokkel wat, want ik heb trek in koffie.
De boerderij beschikt over een terras, Boerderijwinkel en Bloemenpluktuin. Op het erf skelters en allerlei buitenspeelgoed voor de kinderen. En er is een heus maisdoolhof. Interesse? http://www.bloemenboerderij.com. Ook het zoeken naar het toilet is een waar doolhofexpirience.



Op het terras heb ik een aangenaam gesprek met medewandelaars, die de andere kant opgaan. Leuk, zo heeft iedereen zijn eigen verhaal. Zij vinden de openingstijden van de stempelposten tussen 10-5 uur te krap. Zeker in de afgelopen hete zomer, was in de avond wandelen fijner.

De verrassing van vandaag vind ik het volgende plaatsje: Den Andel ( in het Gronings: Naandel). 500 inwoners. Er wonen in het dorp bovengemiddeld veel mensen die afkomstig zijn van buiten de provincie en die er vanwege de rust en ruimte zijn gaan wonen; niet zelden in de jaren 1960 en 1970, toen er veel woongroepen en communes ontstonden. Recente verhuiscijfers van de gemeente laten zien dat tegenwoordig ongeveer de helft van de vestigers uit andere Groningse gemeenten komt en nog eens ruim een derde uit andere delen van Nederland. Slechts iets meer dan 10% van de vestigers komt uit Den Andel zelf of andere plaatsen binnen de gemeente. De bevolking van Den Andel is relatief gezien armer dan omliggende dorpen. Er wonen meer werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden. De huizen in het dorp bestaan vooral uit vrijstaande woningen. De gemeente Winsum beschouwt Den Andel als een woondorp, waar in de nabije toekomst alleen voor de natuurlijke behoefte mag worden gebouwd en dus geen uitbreiding plaats mag vinden.





Ik bezoek de kerk, waar op de grond Monnikenwerk valt te bewonderen.
Juli-augustus was de eerste editie van het project Monnikenwerk. In de sobere ruimte van vier middeleeuwse kerken werkten vijf kunstenaars zes woensdagen aan hun monnikenwerkkunst, die soms raakt aan iets dat groter is dan wij. Aan het einde van de werkdag waren bezoekers welkom om in de kerk de kunst te ervaren.
In de oude school de Holm haal ik een stempel bij 2 dames die hier met hulp van veel dorpsgenoten de pop-upstore: H’Andel runnen. Dorpsbewoners kunnen er voor een tientje per twee weken hun tweedehands of zelfgemaakte spullen verkopen: bonbons, streekproducten, mutsen en niet te vergeten de gebreide sokken van Annie. De opbrengst is voor de dorpsbewoners. Ik ontvang een boekenlegger gemaakt van gebruikt plastic. De grote tafel is ontmoetingsplek en wordt veel gebruikt. http://deholm.net Ook hier weer een gemeente waar de krimp toch niet het laatste woord krijgt!



Midden in het dorp vind ik de dorpstuin.  Achter het dorpshuis wordt gewerkt aan het sociale groene hart van Den Andel, op de plek waar een ooit florerend voetbalveld was vervallen tot een braakliggend terrein. Niemand wist wat er met het terrein moest gebeuren. Hoe anders is dat nu. Een flinke groep vrijwilligers werkte hard aan het bouwen van een ecologische dorpstuin met evenementenweide. Het is een tuin geworden waar voor elke bewoner iets te vinden is en die bijdraagt aan de groenstructuur van het dorp.



Voor ik in Warffum kom, ga ik nog langs de kerk van Breede. Die is dicht vandaag, maar de stempel ligt op de kerktrap. Als ik even op een bankje uitrust, zie ik in de verte de trein voorbijkomen. De volgende trein ga ik proberen te halen.
In Warffum haal ik nog een laatste stempel bij een sfeervolle kleine camping: Camp Zuiderhorn. Iedere pronkjewailloper kan hier een puzzelstukje versieren in de grote puzzel aan de wand. Een lekker snoepje is de beloning.
Dan maak ik de doorsteek langs de haven, waarna ik al snel het station vind.
Dat waren weer 2 mooie en droge wandeldagen. Er staan nu 33 stempels op de kaart, nog 22 te gaan…..