maandag 24 september 2018

PronkjeWailPad

Wandelen doe ik graag en als het kan in de natuur. 

Afbeeldingsresultaat voor pronkjewailpad

In augustus ben ik gestart met het Pronkjewailpad in Groningen.
Een wandelroute van 250 km door het noordelijke deel van Groningen.
Als je het leuk vindt hierover te lezen, kun je je aanmelden voor mijn blog. 
(afmelden kan ook weer natuurlijk 😊).









PronkjewailPad dag 7


Dag 7  15 september 2018.


Van Lauwersoog naar Wierhuizen

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.

Na eerst in 3 dagen het stuk van Groningen naar Warffum te hebben gelopen, heb ik daarna in 3 dagen Groningen-Delfzijl gedaan.
Op de kaart ( begin blog) zie je dat ik nog niet op de helft ben. Deze week kan ik 2 dagen vrij maken om te wandelen en ik besluit dat het stuk van Lauwersoog naar Warffum aan de beurt is.
‘s Morgens heel vroeg gaat de wekker, ik rijd naar Winsum, zoek een plekje voor de auto en wacht op bus 163, die een paar keer per dag naar de haven in Lauwersoog rijdt, aansluitend op de boottijden. Zo ben ik even na 9 uur al in Lauwersoog en kan m’n wandeling starten.


Helaas zijn alle stempelposten nog dicht en maak ik een paar digitale stempels van het Informatiepaviljoen en Visser-Vis. In deze plaats ga ik nog een keer komen, dus dat is niet zo erg.
Al snel verlaat ik de haven en kom in een bosrijk stuk. Daarna loop ik een zeer lange tijd langs een militair oefenterrein. Aan de randen staan borden dat ik geen munitie op mag rapen en weg moet zijn als er een rode vlag hangt. Later hoor ik dat het een prachtig gebied is, waar mensen uit de omgeving in de weekenden graag recreëren.


Het heet Marnehuizen is een militair oefendorp in het Nederlandse militair oefenterrein Marnewaard en behoort bij de Willem Lodewijk van Nassaukazerne. Marnehuizen is het grootste oefendorp van Europa. Het dorp maakt realistische training in stadsoorlog mogelijk en de militaire naam is dan ook 'Urban Training Centre'. Het oefendorp wordt ook door de brandweer, politie, Mobiele Eenheid en door buitenlandse strijdkrachten en anti-terreureenheden gehuurd voor oefeningen, al dan niet in samenwerking met de Nederlandse defensie.



Het dorp telt 122 objecten waaronder een aantal huizen, een stuk spoorweg met een station, een gemeentehuis, bank, winkels, supermarkt, tankstation, loodsen en een ondergronds rioolstelsel. Een kerk ontbreekt omdat het hoogste gebouw slechts 8 meter hoog mocht worden. De straten zijn vernoemd naar straten in Rotterdam waar door het Nederlandse leger in de meidagen voorafgaand aan het bombardement op Rotterdam succesvol weerstand werd geboden tegen de Duitse bezetter. Om te voorkomen dat vandalen het dorp onveilig maken (wat bij het eerste kleine dorp wel incidenteel gebeurde) of vrijende stelletjes de gebouwen betreden zijn rondom het oefendorp verbodsborden geplaatst en de huizen voorzien van luiken. Het oefenterrein is wel toegankelijk, mits er geen oefeningen verstoord worden.
Tja, voor mij was het een taai en saai stuk, ik kwam maar 2x een bankje tegen. Verrassend waren wel de duindoornstruiken, vol bessen.


Het eerste dorp daarna is Hornhuizen. Ik ga eerst naar Wongema, een werkplek voor denkers, makers en praters. In dit ‘huis aan het eind van de wereld’ kun je meerdere dagen of een dagdeel terecht. Wongema is gemaakt voor groepen werkers en spijbelaars. Wongema  is ook het dorpscafé met een eigen programmering. En dat alles in het Groningse niets vlakbij de Waddenzee.
 Ik fris me hier even op en drink een koffie. Meteen krijg ik wat dorpsinformatie: 
Aan de overkant bij de kerk, waar ik ook een stempel mag halen, moet ik zeker even naar boven klimmen. Dat ga ik doen en de beloning na de benauwde klauterpartij op de smalle trappen is een prachtig uitzicht naar het wad. Halverwege de trappen kom ik ook nog een half pakhuis van Sinterklaas tegen!



Het 2e advies is om in de kerk te kijken bij de schilderijen van Rein. Voor de kerk staat al een bordje: Rondje Rein. Begin juli overleed plotseling kunstenaar Rein Hesselink, thuis in Hornhuizen. Dit weekend is er een inspirerend overzicht van het werk van Hesselink te zien. Het dorp, de familie van Rein, Wongema en galerie Gewaagd hebben de handen ineen geslagen om Rein te geven wat ie verdient: een overzicht van 50 jaar kunstenaarschap. Op al die plekken is zijn werk te bekijken en zijn kinderen zijn aanwezig in het atelier waar Rein tot voor kort aan het werk was. 


Wat een fijne ontmoeting! Ik zie de ontwikkeling van deze schilder en de trots van zijn kinderen op het werk van hun vader. 

Als kers op de taart maken ze van het dorps-ommetje een ‘rondje Rein’: langs het schelpenpad om het dorp staan tien reproducties van schilderijen en tekeningen. Zijn huis is verkocht en na dit weekend trekken de nieuwe eigenaren erin. 

Wil je meer weten over Rein: **REIN HESSELINK**
Mooi om zo samen dorp te zijn, ook al vindt de provincie dat dit dorp aangemerkt moet worden als krimpgemeente. Ontzettend jammer, want dat haalt de groei en ziel uit een dorp als dit. Hoewel…., misschien heeft de overheid niet het laatste woord, want wat ik zie is leven en liefde.

Ik ga verder voor het laatste deel: bij de Coop in Kruisweg krijg ik een origineel POST stempel en koop ik mijn maaltijdsalade voor vanavond, keus is beperkt tot 1. Gelukkig vind ik die lekker.
In Kloosterburen is het aan het eind van de zaterdagmiddag al wat uitgestorven, snel door naar Molenrij. Jammer, de herberg van Ede is gesloten. Ik had graag even genoten van zijn muziek mijmerend over de leegte. 


Langs de weg staat een bord met info over Molenrij: “ De voertaal in Molenrij was Gronings, op school in Kloosterburen werd Nederlands gesproken. “Uit school speelden we ‘hoeske’ (vadertje en moedertje).  Je vond het dan heel deftig als moeder Nederlands praatte. Ik, als moeder deed mijn uiterste best en zei: ‘vader we eten seipels en sproetjes ( uien en spruitjes zijn op z’n Gronings siepels en spruut’n).”
En…”we speelden vaak buiten. Er waren veel kinderen om mee te spelen. Als het tijd was om thuis te komen, dan floot je vader op z’n vingers. Ieder gezin had een eigen fluitje. Je riep dan: dien pa fluit, noar hoes.”

De laatste kilometers maak ik langs de dorpjes Kleine huisjes en Broek en kom dan in het gehucht Wierhuizen waar mijn ‘vrienden op de fiets’- adres is. Ik tref het weer opperbest. Een 84 jarige schrijfster van boeken over haar reizen met de caravan en haar kat naar Marokko en Turkije in haar uppie. Poes Minie van boven de 18 ligt languit te snorren op de kachel. Wil je erover lezen: 
Nannies Dagboek - Met kat en caravan naar Marokko. Ik duik die avond vroeg mijn bed in.



dinsdag 18 september 2018

Pronkjewailpad dag 6

Dag 6 8 september 2018.


Van Schildwolde naar Delfzijl.



Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.


De eendaagse wandeling van Kolham naar Groningen vorige week is me goed bevallen. Nu loop ik in 2 dagen van Kolham naar Delfzijl. Gisteren ben ik gekomen tot Schildwolde.

Mijn gastvrouw had me al gewaarschuwd: de buren hebben een haan. Ik wordt door hem om half 8 gewekt, nette tijd! Na een heerlijk ontbijt schijnt de zon en neem ik afscheid.
Ik pak een andere weg om weer op mijn route te komen: via de Hoofdweg naar de Heerenhuisweg. Aan de Hoofdweg staan prachtige huizen, o.a. het geboortehuis van A.H. Goeman Borgesius, minister van buitenlandse zaken rond 1900. Nu is er een quiltwinkel in gevestigd met de naam: de Frottende Freule.

Een zeer oude traditie in Schildwolde en Hellum is: het onafgebroken, luiden van de kerkklok op oudejaarsavond van 20.00 uur tot nieuwjaarsdag 8.00 uur, door de bevolking. Na het luiden krijgt men een drankje aangeboden: het zogenaamde klòksmeer. Om het 'smeren' van de klok te bekostigen wordt er op oudejaarsdag in het dorp gecollecteerd door ongetrouwde vrijgezelle mannen.



Aan het eind van de lange weg, waarlangs boeren vandaag hun aardappelen oogsten, kom ik bij het Schildmeer. Veel wandelaars van de Fiveltocht komen me tegemoet en zeggen dat ik verkeerd loop of vragen me of ik mijn fietssleutels vergeten ben. Een oudere man waar ik een praatje mee maak vindt mijn spiegelende zonnebril glazen zo interessant dat hij zichzelf wil fotograferen in mijn bril. We zijn het erover eens dat de foto geen succes is en hij belooft deze te deleten. I hope so!


Rond 10 uur ben ik bij recreatiecentrum de Otter, de eigenaar doet net open en biedt me een koffie aan. We praten wat over de opstartproblemen met de app, er zijn meer mensen die er moeite mee hebben. Inmiddels weet ik dat internet aan laten staan de oplossing is, maar voor de Pronkjewail-doelgroep is de app misschien niet de meest handige keus geweest. Of er had een papieren versie naast gemoeten, of routeaanwijzing met pijltjes. Voor de ondernemer blijkt de 4 dagen verplicht open zijn voor de wandelaars ook wat veel, een tip is om de stempel buiten te leggen (en binnen als het bedrijf open is). Zo wordt het ook mogelijk dat wandelaars op alle dagen van de week de route lopen, waardoor mensen van verder weg een week een huisje kunnen huren voor dit wandelevenement. De tijden tussen 10.00 en 17.00 uur is ook niet voor iedere wandelaar haalbaar, zeker niet op afstanden van boven de 20 kilometer.
De eigenaar maakt een foto van me bij het bord aan het water en ik ga door naar de golfbaan voor het volgende stempeltje. Ze zijn daar nog aan het opstarten, dus ik ga snel verder.

Een lang saai stuk over een fietspad langs de doorgaande weg volgt.

Ik kom aan in Appingedam. Bij paviljoen Overdiep las ik een pauze in voor een lekkere soep en ik mag naast stempelen ook een flesje vullen met Damster kruidenbitter. Heerlijk voor vanavond. De tafels op het terras zijn nat, het heeft daar vanmorgen flink geregend.


Na mijn pauze merk ik dat het open monumentendag is. Dat is een bof. Ik loop rond in de imposante Nicolaikerk, die vandaag klaargemaakt wordt voor de bijzondere intrededienst van morgen. Mooi bloemwerk staat al te pronken. De preekstoel wordt gedragen door een pelikaan.


In de middeleeuwen was Appingedam hoofdplaats van het Friese gewest Fivelingo en werd er handel gedreven met Noord-Duitsland en het Oostzee-gebied, Scandinavië en Westfalen. Appingedam was een belangrijk regionaal marktcentrum en haven. De rijkdom die in deze periode werd opgebouwd is nog terug te zien in de architectuur.

Ik steek de weg over naar het museum, waar ik getrakteerd wordt op koffie en een speldje met het wapen van Appingedam: de pelikaan die zijn 3 jongen voedt met zijn bloed, Ik maak een rondje door dit leuke museum, waar al het zilverwerk nog door vrijwilligers met de hand wordt gepoetst.


Daarna wandel ik nog wat rond in dit prachtige stadje en kijk ik of ik mijn wandelmaatje van de eerste dagen kan ontdekken. Zij heeft het plan opgevat om deze dag de route van Groningen naar Delfzijl met haar zus op de fiets te doen. Helaas van hen geen enkel spoor. Later blijken we wel op dezelfde tijd hier te zijn geweest.
Opvallend vind ik de vriendelijkheid van de mensen. Het lijkt wel of iedereen mij vanzelf groet, zelfs 2 pubers proberen me aan het schrikken te maken en voorbijganger die me al eerder zag lopen, toetert en zwaait. De vrijwillige koster herkent me ook als hij naar huis fietst.

Ik heb nog één derde van de wandeling voor de boeg, dus ik laat Appingedam achter me. Het is een stadje om nog eens terug te komen voor een hele dag. Er volgt een mooi stuk langs de hangende keukens en een lange wandeling steeds langs het Damsterdiep.


Via Farmsum, waar ik nog 2 stempels haal:de kerk staat volop in de steigers, maar de stempel valt  goed te bemachtigen, kom ik aan in Delfzijl.

Bij de Rabobank ben ik teleurgesteld. Natuurlijk is die niet op zaterdag open, maar het zou mooi zijn als toch een stempel gezet zou kunnen worden! Ik volg de route naar het station. Behalve een mooi beeld van ‘de bootwarker’ bij de waterpoort, blijft de sfeer hangen van een kaal en verveloos stadje. Delfzijl mag wel eens iets aan z’n looks gaan doen! De bootwarker heeft er vast zo z'n gedachten over. Ik begrijp opeens de Farmsummers beter, die geen Delfzielers genoemd willen worden.


Als ik mijn route in Delfzijl ga vervolgen zal ik nog een stempel halen bij de Rabobank.

Bij het station word ik opgepikt door mijn zoon, die me weer naar de Kolham, bij de auto brengt. Het Ov is nogal omslachtig op de zaterdag. Fijn dat hij me ophaalt.

woensdag 12 september 2018

PronkjewailPad dag 5

Dag 5 7 september 2018.

Van Kolham naar Schildwolde.


Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.


De eendaagse wandeling van Kolham naar Groningen vorige week is me goed bevallen. De blaar leverde geen problemen op. Ook het alleen lopen ervaar ik als plezierig. Soms moet ik wel iets meer m’n best doen om door te zetten, maar er staat tegenover dat ik mijn eigen ritme aan kan houden. Nu ga ik 2 dagen lopen: van Kolham naar Delfzijl.
Mijn auto mag ik die dagen op het terrein bij Ecomotion stallen, wat heel fijn en vertrouwd is.
De dag begint met donkere wolken, ik loop het eerste stuk naar het bos meteen achter het erf.


 Ik heb deze dag niet zo’n lange route, dus ik kan rustig aan doen. De eerste 1 ½ uur spettert het. Na een poosje trek ik de poncho aan. Dan blijkt het lastiger werken met de app, ik wil niet dat mijn smartphone nat wordt. In een plastic zakje kan ik het scherm nauwelijks lezen, dus steeds even onder de poncho voor de richting.


De hele tijd kom ik niemand tegen.Toch loop ik een keer verkeerd en opeens blaft een hond naast me. Hij ziet er goed verzorgd uit, maar nergens is een baas te bekennen. Als ik terugloop naar het pad, roept een vrouw tussen de bomen dat ze daar appels aan het plukken is. De hond hoort bij haar.

Ik loop de route nu tegengesteld aan de meeste pronkjewailwandelaars en kom 3 en later 2 vrouwen tegen met route in de hand. Allemaal genietend, ondanks de druppels. Het is dus best wel leuk om 'tegen de keer in' te lopen.
Een mooi pad met springbalsemien aan beide zijden volgt, het geurt heerlijk naar appeltjes.



Het volgende dorpje is Woudbloem, daar ga ik op zoek naar café ’t Hemeltje. Lekker, ik ben wel toe aan koffie. Het blijkt een vrijstaand woonhuis te zijn, waar ik moet aanbellen om een stempel te krijgen. De eigenaar verwijst me naar een tuinhuisje en vraagt of ik koffie wil. Een genoeglijk half uurtje volgt, waarin hij het Gronings volkslied voor me speelt en vertelt over de streek. Vroeger was in Woudbloem een café met deze naam, en eigenlijk vond iedereen het jammer dat het weg was. Een creatieve oplossing bedacht deze man, zijn eigen café 't Hemeltje. Hij voegt iets toe aan deze wandeling en heeft er zelf veel plezier in.



Woudbloem ligt aan de Scharmer Ae.. Ten oosten van het gehucht stroomt de Slochter Ae. Beide riviertjes vormen restanten van de Fivel. Een prachtig stukje natuur. Het gebied waar Woudbloem ligt was tot aan het einde van de negentiende eeuw een ruig, ontoegankelijk deel van de provincie.


De volgende stempelposten kan ik vinden in ’t Roegwold. een gebied met oude natuur én steeds meer nieuwe natuur. Landbouwgronden tussen de al bestaande natuurgebieden worden hier heringericht.
Ik wordt richting een steiger gestuurd en twijfel of het de bedoeling is dat ik die betreed. Toch kan het niet anders.


Dit Knuppelpad is een best wel smal houten vlonder van 750 meter lang dwars door het moeras van ‘t Roegwold.


Zo'n 6.000 jaar geleden was hier nog bos, nu vind je hier een moeras, dat zich razendsnel ontwikkelt. De boomstronken steken hier en daar boven het water uit. Het waait nogal en het water golft onder me en ik focus me op een punt in de verte. Halverwege is een bankje en daar blijkt ook de stempel te liggen! Wat een prachtige plek.


Dan heb ik mijn route voor vandaag gedaan, maar het is nog vroeg en de zon schijnt. Ik loop door naar rustpunt Wildemansheerd. En verwen mezelf in de stille tuin met een kopje thee. En kleine verrassing mag ik als pronkjewail meenemen. Later op de avond zie ik dat in het tasje toastjes zitten, die ik had mogen besmeren met jam uit de ijskast…! Jammer, te laat....


Dan ga ik op zoek naar mijn overnachtingadres in Schildwolde, nog zo’n 3.5 km verderop. Dit is een stukje van de route af, maar dat vind ik geen probleem. Als ik aanbel kijkt de eigenaar vreemd op. Hij was helemaal vergeten dat iemand zou komen overnachten en hij dacht dat ik een collectante was. Ik heb hem uit de droom geholpen en mocht blijven slapen.

dinsdag 11 september 2018

PronkjeWailPad dag 4

Dag 4  1 september 2018.

Van Kolham naar Groningen.

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewail Pad in Groningen. De noordroute.

Na 3 dagen lopen van Groningen naar Warffum en als gevolg daarvan een flinke blaar onder mijn voet, besluit ik het over een andere boeg te gooien. Ik vertroetel de blaar met naalden en week in
soda water. Na verbandjes en een paar dagen hinkelen ben ik weer klaar voor het vervolg. Ik besluit om een dagwandeling te doen aan het einde van de route.

Om half 8 vertrek ik met de auto richting Hoogezand. De landerijen naast de Hunebed Highway liggen stil en sprookjesachtig in de mist te wachten op de nieuwe dag.
Ik parkeer bij mijn zoon en schoondochter, krijg koffie en daarna zet m’n zoon me af bij mijn  startplek in Kolham. Daar haal ik meteen de 1e stempel bij Ecomotion, een buitensportbedrijf in middeleeuwse stijl. De slag om Kolham wordt daar met groepen nagespeeld. De eigenaars zijn ook  Pronjewailpadloper. Ze vertelden me dat steeds meer lopers op andere dagen langskomen om de stempel te halen. De tijd begint te dringen en de stempels liggen nu bijna overal buiten in onbemande posten.


Op 29 mei 1959 werd in Kolham het eerste aardgas ontdekt. Bij boer K.P. Boon werd de eerste boring op zijn bouwland verricht en de vermaarde Slochter gasbel aangetroffen. Het gas zat 2659 meter diep. Pas jaren later bleek hoe groot de aangeboorde bel was: minstens 2.700 miljard m3. Op 22 juli '59 werd het eerste gas gewonnen. Hierdoor werd  Nederland gasland en welvarend.
En lang recht stuk met huizen en tuinen langs de Hoofdweg naar Scharmer. Daar haal ik een stempel bij ’t Hof van Scharmer, een partyboerderij. De eigenaren zijn nog bezig met het opruimen van het feest van gisteravond. Op het grasveld is een groep bezig met hun eigen uitdagingen zoals een zeepbaan en hooivork werpen.
Uit dagblad van het Noorden 27-6-2018: Bij Scharmer is woensdagmiddag een aardbeving geweest. De beving had een kracht van 1.6 op de schaal van Richter. Dat bevestigt het KNMI.


Een mooi wat ruiger stuk langs de Harkstederplas volgt. Ik voel steentjes in mijn schoen, en wijs geworden van de vorige blaar, stop ik, om die te verwijderen.
Al snel ben ik bij de Grunoplas waar een groot outdoorcentrum is. Ik neem een cappuccino op het terras en geniet van de zon, de waterskiérs en de zwemmende kinderen.
Als ik weer bij de weg ben, spreekt een Engelse jongeman bij de bushalte me aan. Hij wil graag weten hoe laat de bus naar Groningen gaat. Ik help hem en hij vertelt dat hij zich ziek voelt. Hij heeft hier gisteravond een leuk feestje gehad en erg veel drankjes. Daarna is hij buiten zijn tent gaan liggen slapen. Vannacht was het de koudste nacht sinds 3 maanden, 4 graden , brrr. En hij vraagt of ik denk dat de buschauffeur 50 euro kan wisselen……gelukkig komt de bus over 4 minuten.

Ik ga door naar Meerstad. Een nieuwe woonwijk aan de rand van Groningen. Oorspronkelijk zijn hier 9100 woningen gepland, maar er wordt pas gebouwd als er behoefte is. Een stuk landbouwgrond tussen Groningen, Harkstede en Engelbert is hiervoor onder water gezet.


Ik loop langs het maisdoolhof naar de kiosk. Hier krijg bij een stempel een bidon vol water.
Het Woldmeer, als kloppend hart van Meerstad, is een heerlijk meer om aan te wonen, maar ook om in te zwemmen en te varen. Het is gevuld met hemelwater en niet met ‘buitenwater’, dat rijker is aan bacteriën en voedingsstoffen, zoals bijvoorbeeld in het Slochterdiep. De bewoners en ondernemers vinden het belangrijk om de waterkwaliteit goed te bewaken. En dat doen ze! Uit onderzoek bleek dat ondanks de hitte van deze zomer in het Woldmeer geen blauwalg te vinden was. Bewoners worden op allerlei manieren betrokken bij het fris houden van het water.



Dwars door de mooie nieuwbouwwijk, met op deze dag gezinnen voor op de steiger bij het water, ga ik door naar Harkstede.
Langs de Hoofdweg wordt ik nageroepen: hé Pronkjewailer…ha, met rugzak ben je blijkbaar zo herkenbaar!

De Ruischerbrug over het Damsterdiep gaat net open. Niemand vind het met dit weer erg om te wachten.

Rechtdoor naar Noorddijk. Daar ligt achterom bij de RomanoGotische Stefanuskerk een mooi en stil rustpunt: Noaberstee. Even lekker zelf thee zetten, een stempeltje, een snoepje, toiletbezoek op ‘een ouderwetse pot’ en genieten van het uitzicht.

De wijk Lewenborg biedt me veel smalle mooie ruige paadjes en stapelmuurtjes. In de jaren '70 werd aan de Oostkant van de stad Groningen de wijk Lewenborg gebouwd naar het idee van tuinarchitect Louis Le Roy. Hij kreeg de vrije hand bij de inrichting van het groen in flinke delen van de wijk. De filosofie van Le Roy is om in de openbare ruimte in te grijpen en vervolgens de natuur zijn gang te laten gaan.Het is een wijk zoals je ieder kind gunt. Hutten bouwen en stenen stapelen en met een dik touw slingeren over de vijver.




Ik zie een bord: centrum nog 4.6 kilometer. Het laatste stuk van vandaag gaat langs het wijkpark waar de koeien in het water staan.

Via sportcentrum Kardinge naar de Oostersluis. Een stukje Groningen dat ik nog niet kende. Vlak voor het UMCG langs, loop ik door naar de Martinikerk. Daar is het druk, er is een orgelconcert.

De laatste stempel van deze route haal ik bij de Kosterij, waar het terras bomvol zit op deze zaterdagmiddag. Grappig is dat iedereen denkt dat dit mijn laatste etappe is, de meeste pronkjewailers lopen een rondje vanaf Groningen naar Groningen. Ik doe het op mijn 'eigen' wijze.




Toch ga ik nog even verder naar hotel Corps de Garde voor een stempel van dag 1. Toen waren we nog te zeer bezig met het ontdekken van de app, dat we deze stempelpost over het hoofd gezien hebben. Corp de Garde was ooit een open galerij waar de stadswachten droog maar wel op de tochtg bivakkeerden. De officieren hadden hun onderkomen op de verwarmde bovenverdiepingen. Het naast gelegen Patriciershuis dat ook onderdeel uitmaakt van Hotel Corps de Garde is nog veel ouder. Het is ooit tegen de stadsmuur aangebouwd met de ingang aan de Muurstraat. In het Souterrain zie je nog een deel van de stadsmuur en de Boteringepoort. Ik krijg niet alleen een stempel, maar ook een glaasje vers appelsap. Dat is fijn, na zoveel uur wandelen.

Ik wandel terug naar het station, waar ik de bus neem naar Kropswolde om mijn auto weer op te halen. Voldaan na 26.5 km lopen.

zondag 9 september 2018

PronkjeWailPad dag 3


Dag 3 29 augustus 2018

Van Uithuizen naar Warffum.

Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.

Na fijne gesprekken in het gastgezin van vrienden op de fiets, zij zijn pelgrims naar Santiago de Compostella, een goede nacht en een heerlijk ontbijt ga ik alleen verder naar Warffum. De route is 18 km, volgens de Pronkjewailsite. Net een mooie afstand, na de lange route van gisteren.
M’n rechtervoet doet pijn bij iedere stap, alsof er een grote splinter in de hak zit. Mijn gastvrouw geeft me een stukje Fixodent mee.
De eerste stempel haal ik bij de Jacobus de Meerdere kerk, het startpunt voor pelgrims, die de tocht naar Santiago willen maken. Hier een leuke verrassing in het kastje bij de kerk. Al  twijfel ik wel even over het ‘gewicht’ dat ik dan de hele dag mee moet dragen. Maar…het valt mee. Voor de kerk staat een grote Jacobsschelp. 
En…de paraplu kan open voor de eerste bui.
Een lange weg naar Usquert. Daar liggen de stempelposten wat verspreid door het dorp, ik loop onlogisch, denk ik, maar ik heb ze allemaal gevonden. Helaas is  de Snuisterij pas in de middag open en is het visrestaurant nog dicht, er ligt ook geen stempel. Ik maak een selfie. Het Raadhuis is opvallend. Door de welvaart, veroorzaakt door gestegen landbouwprijzen, in dit deel van het Hoogeland, was het mogelijk rond 1930 een raadhuis te bouwen naar een ontwerp van Berlage.

Op de kaart heb ik gezien dat het pad naar Noordpolderzijl lang en recht is. Heerlijk om te genieten van de weidsheid en prachtige luchten. Rondom niets dan wolken, land en her en der verspreid een boerderij. Zeker een uur lopen, waarin ik ga zingen en alleen een auto en een zingende skater mij passeren. Genietend van het rechte pad, met alles wat zijn eigen weg gaat om mijn heen, voel ik de pijn in mijn voet. Ik besluit me te concentreren op de andere voet en ga in een vast ritme te lopen: 1,2,3,4.

 ’t Zielhoes ( sluishuis)  is een huiskamercafé en rustpunt met een stempel en ik bestel een lekkere kom mosterdsoep. Wat een prachtige plek aan de Waddenzee, waar ook trekkenhutten te huur zijn. Een oma en kleinzoon zitten genoeglijk naast me en leren me het Groningse woord: gleerbred. Als ik weer verder wil, krijg ik de tip om bij onweer languit op de waddendijk te gaan liggen. Ik zeg dat ik het zal onthouden. De zon schijnt nog.


Lopend op de waddendijk stapelen de donkere wolken zich en met de flinke tegenwind komt de bui  snel dichterbij. De talrijke schapen maken zich niet druk, dus ik volg hun voorbeeld. Ik maak een paar foto’s, trek de regenhoes over m’n rugzak en pak de paraplu. Na een stevige bui, zonder onweer, kan ik de paraplu wel dumpen, een paar baleinen zijn stukgewaaid. Ik ben nat, maar niet doorweekt en de schapen vonden het gewapper wel bezienswaardig.

Na de dijk komen een paar rechte stukken. Eén keer schuil ik nog, onder een kapschuur en eet een broodje. Daarna blijft het droog tot in Warffum. Ik zoek het Openluchtmuseum en krijg een stempel. Het museum toont een wierdendorp in zijn oorspronkelijke omgeving, omringd door akkers en met oude kerkpaden tussen de huizen, werkplaatsen en winkelpanden.
Het spijslokaal blijkt daarachter te liggen, maar staat niet zo goed aangegeven, waardoor ik verkeerd loop en ook de B&B Stee en Stoetje mis. Op de app is dit niet duidelijk te zien, omdat de pronkjuwelen en het station over elkaar afgebeeld worden. Het zijn prachtige oude straatjes in Warffum, op de wierde. Opeens zie ik de B &B toch, maar ik ben aan de verkeerde kant van het huis. Een vriendelijke vrouw helpt me aan het goed beveiligde stempeltje.

Mijn voet doet pijn en ik besluit niet langer rond te kijken en naar het station te gaan. Ik heb dan 24.5 km gelopen.
Later ontdek ik via internet hoe leuk het openluchtmuseum en de bijgebouwen zijn. Gelukkig start of eindig ik nog een keer in Warffum, dan zal ik daar nog een keer aandacht aan schenken.
Met het kleine treintje ga ik naar Groningen, verder met de bus. Thuis blijkt dat ik een grote blaar onder mijn voet heb, die eerst aandacht nodig heeft voor ik verder kan met mooie tocht.
De volgende dag loop ik als een pinguïn.



woensdag 5 september 2018

PronkjeWailPad dag 2

Dag 2 

Van Bedum naar Uithuizen.

28 augustus 2018


Dit is mijn blog over het 250 kilometer lange Pronkjewailpad in Groningen. De noordroute.
Na een goede avond en nacht bij een gezellig gastgezin in Bedum, wacht ik de volgende morgen bij de brug op mijn wandelmaatje. Ik heb haar leren kennen via wandelmaatjes Noord Nederland en we lopen af en toe een dag samen. Zij is thuis gaan slapen. Om half 10 vertrekken we.
Met de gps aan en op de andere smartphone de pronkjuwelen lukt het ons om alle stempelplekken te vinden.

Wat een mooie route! Via Westerwijtwerd (Wietwerd in het Gronings) , met in de bocht heel laag gelegen een gezellig huiskamercafé, naar Middelstum.

Bij de Ewsum Borg ontmoeten we een vriendelijke man, die met zijn kat wandelt. De kat volgt hem waar hij gaat. Hier schuilen we even voor een bui onder de luifels van de marktkramen. Morgen zal hier een streekproductenmarkt gehouden worden. Bij herberg in de Valk nemen we koffie en krijgen we een stempel en een aardigheidje.


De volgende stop vlakbij is de prachtige Hippolytuskerk in laatgotische stijl met 16-eeuwse muurschilderingen. Dan lopen we door naar Toornwerd waar we bij de toren en de graven ons brood opeten.
Bij het dorpshuis in Kantens moeten we in app even zoeken naar de code van het slot om het stempeltje te bemachtigen. We vragen ons af of deze beveiliging in zo’n mooi dorp niet wat overdreven is……Kantens ligt op een wierde, een terp en in het dorp is nog een ossengang, een weg om de wierde.
We komen bij molen de grote Geert, prachtig gelegen aan het Boterdiep en we vinden de stempel in het originele stookhok.

Via een mooi achterom paadje en een lang stuk weg komen we bij misschien wel het kleinste huisje van Groningen, ingericht zoals het in 1935 geweest zou kunnen zijn.

De Kloosterkerk in Rottum ligt aan een doodlopend straatje. We stempelen en pauzeren even, want we hebben al heel wat kilometers in de benen. De route gaat even terug en op het kruispunt lopen we 2 keer verkeerd voor we het wandelpaadje tussen de bomen ontdekken.
Als we bij de wierde Elswerd bij het Schoeldje (schuilhut) aankomen betrekt de lucht.
We gaan door naar Doodstil, deze plaatsnaam is uitgekozen tot de mooiste van Nederland in 2005.

En Zandeweer, waar we in een vogelhuisje aan de boom tegenover het dorpshuis de stempel moeten vinden. Nou ja vinden….de stempel is op onverklaarbare wijze verdwenen. Waren we toch te snel over ons oordeel over ‘veilig Groningen”. We maken een selfie bij de boom en ontdekken later dat we dit in de app hadden kunnen doen. We hopen dat dit ook geldig is. Wij hebben er plezier aan beleefd, want het moest 3x over voor we er beiden opstonden.

Het laatste stuk is een ommetje naar Uithuizen. De lucht betrekt en de zon schijnt. We zien hele regenbogen. En…. m’n wandelmaatje raakt wat in paniek als er ook gerommel in de lucht te horen is. We besluiten te schuilen in de schuur bij de eerste boerderij. Even vragen of dat ‘mag’. De eigenaar vindt het ‘niet goed’ zegt hij en we worden in de keuken genodigd, krijgen een lekker glas vlierbessensiroop. Zijn vrouw schuift aan en zo hebben we een gezellig kwartiertje. Met de belofte om niemand te vertellen hoe mooi en rustig ze daar wonen gaan we verder.

De lucht is helemaal schoongewaaid en we stappen het laatste stukje naar Menkemaborg. Daar halen we ons 12e stempel van deze dag.

En….. ik ontdek dat zolang ik internet aan heb staan, de app het goed blijft doen. ‘s Avonds zie ik dat we 31.9 km gelopen hebben. Wel iets meer dan de 25 kilometer die aangegeven staat in de beschrijving.
Ik neem afscheid van m’n wandelmaatje, zij pakt de trein naar huis en ik koop nieuwe zooltjes, omdat ik pijnlijke voeten heb en ga op zoek naar mijn overnachtingsadres van vrienden op de fiets.